Afgelopen vrijdag liep ik weer eens in mijn favoriete boekhandel Selexyz, althans een filiaal ervan – de favoriet staat in Maastricht en ik was in Almere.
Nadat ik een setje Weiss & Hickman en een Corben had uitgezocht, liep ik zoals altijd even langs de afdeling sport – wie weet lag er nog een leuk / nieuw ‘fietsboek’.
Mijn oog gleed langs de rij boeken en ik zag Thomas Zijlma. “Oh ja, van die 37 nietjes” dacht ik* en dat was ook de titel van het boek. Een beetje licht leesvoer voor een ramsj prijs (8 Euro) is nooit weg, dus ik pakte het mee.
Later die middag zette ik een kop thee, legde de andere boeken zolang opzij en begon aan Thomas’ verhaal…
Na de eerste 144 pagina’s moesten we helaas weg en zaterdags hadden we een toernooi in Amstelveen, maar ik heb zondagochtend de rest in één ruk uitgelezen.
Diep respect voor de openhartige, (soms) harde en ontroerende manier waarop hij zijn verbijsterende verhaal heeft geschreven. In het voorportaal van het mortuarium (kamer 10), met een kans op genezing die nihil wordt geacht, weigert hij van meet af aan te capituleren en via talloze chemokuren, inclusief ‘last resort’ met stamceltransplantatie, geneest hij uiteindelijk ook.
Bijgestaan door familie en vrienden, geholpen door minimaal één dokter die er ook in gelooft, maar zijn onverwoestbare geloof in genezing is zijn ding en hij flikt het. Natuurlijk is het niet zo dat hij alleen daarom nog leeft – dat zou denk ik ook degenen die het niet redden tekort doen.
Dat gezegd hebbende, moet ik daar uiteraard aan toevoegen dat ik niet weet waar ik over praat en ik voel me dan ook als de toeschouwer bij een koers. Ik fiets ook en al gauw denk je dan ook een beetje te weten wat die jongens zoal moeten doen en laten.
Die fout maak ik overigens niet na / bij het lezen van dit boek en de analogie is dat ik een buitenstaander ben en blijf, hoeveel boeken ik ook lees over wat het is om wielrenner te zijn, of om kanker te hebben.
En dat brengt me bij de wat vreemde kop van dit stukje: Thomas put onder meer kracht uit het verhaal van Lance Armstrong. Diens boek ‘Door de pijngrens’ (‘It’s not about the bike: my journey back to life’) wordt een beetje zijn bijbel.
Ook Lance krijgt te maken met Thomas’ ‘sense of humor’ want hij noemt Lance bijvoorbeeld een watje omdat die een veel lager tumor marker gehalte had.
Dat Thomas uiteindelijk deelneemt aan de Alpe d’HuZes (6x omhoog ook nog!) is een mooi einde aan het verhaal. Lance trainde op de Alpe d’Huez en won er zowel een daar aankomende etappe als een tijdrit.
En Lance is natuurlijk ook al jaren mijn held – zeker zolang zijn zeges als ‘regulier’ zijn te kwalificeren – dus mijn ‘payback’ is dat Thomas een prachtige ode aan Lance heeft geschreven 🙂
Maar Thomas’ verhaal is wel een inspiratie: of je nou wel of niet zelf kanker hebt (gehad) of je er nu wel of niet mee geconfronteerd bent in je directe omgeving, onderzoek moet en daarom is Alpe d’HuZes zo belangrijk!
+++
Link naar het boek (bij Selexyz dus goedkoper momenteel, zij het met ander kaft).
* Dat is niet precies wat ik dacht, maar ik volg Thomas op Twitter en wist daarom van zijn boek. Hij is overigens coördinator bij Tegenkracht…