Stelvio Pas (Prato)

Algemene informatie over de Stelvio hier

21 Augustus 2008

De oudste en wellicht de mooiste pas van / in Europa. Startend vanuit Prato heeft de Stelvio Pas een lengte van pakweg 25km, de top op 2.758 meter en een hoogteverschil van ruim 1.800 meter. Met vanaf Trafoi 48 haarspeld-bochten, de één nog mooier dan de ander. En als ‘beloning’ een adembenemend uitzicht als je eenmaal boven bent…

Je ziet de plaatjes op het Internet en je wilt er terstond zelf tegenop rijden. Dus je zoekt het profiel op Climbbybike.com en je bekijkt de route op Google (Maps / Earth). Vervolgens boek je een overnachting in een leuk ‘Bikerhotel‘ en de eerder geboekte excursie naar de Beierse Alpen en Karinthië wordt gedegradeerd tot ‘voorbereiding’…

Je stapt op je fiets in Prato voor de eerste 8 kilometer naar Trafoi – niet al te moeilijk, hoewel vlak voor Gomagoi toch een lelijk steil stukje ligt en de 10% wel regelmatig wordt aangetikt. Zo’n 2 kilometer voor Trafoi – bij het verlaten van de “galeria” – zie je de 1e twee bordjes “Tornante”, nummers 48 en 47 – het echte werk gaat beginnen! Je kijkt nog eens of je haar goed zit, want Toerbeest kan achter elke bocht met de camera in de aanslag liggen…

Wat volgt is een prachtig ‘lopende’ klim, pittig, maar nergens vervelend steil. Als je voorbij hotel Franzenshöhe (en de boomgrens) bent – zo rond “Tornante” 22 – zie je de rest van de klim boven je liggen – ook een magnifiek gezicht. Rond die hoogte (2.200 meter) merk je wel dat er minder zuurstof beschikbaar is, maar het uitzicht na elke haarspeld rechtsom wordt steeds mooier en je gaat haast vanzelf, als in trance, naar boven. Percentages doen er niet meer toe…

Het echte Coppi monument op de StelvioEenmaal boven wordt je eerst ‘verwelkomt’ met de penetrante geur van gebraden worst – je kunt je tussen de souvenirwinkeltjes laten fotograferen op een wat melige ‘replica’ van het Coppi monument, mét erepodium. Het echte monument staat trouwens aan de overkant van de straat (foto links).

Ben je geïnteresseerd in de (vaak bloedige) historie van de Stelvio pas, dan kun je ter plaatse het museum bezoeken – C. was het om het klimmen te doen en hij zocht een mooi shirtje met bijpassende fietsbroek uit. Toch een tastbaar aandenken en één dat hij kan (mag?) dragen bij een volgende AGR of LBL.

De overweldigende indruk die de klim, of beter gezegd de aanschouwing daarvan van zowel onder- als bovenaf, op hem maakte, is echter een onbetaalbaar aandenken. Zonder overdrijving is het de mooiste wielerervaring uit zijn leven tot nu toe geweest, maar hij gaat uiteraard weer snel op zoek naar andere…

De Stelvio van Cyclopaat in cijfers

Lengte: 25,3 km (vanaf het hotel in de via Argentieri)
HM: 1.846 (912 – 2.758)
Gem. %: 7,3 (max. 15%)
Duur v.d. klim: 1 uur en 54 minuten

Nockalmstrasse

Door Toerbeest in een boekje met toeristische info gevonden: de Nockalmstrasse (info).

Een slordige 34 kilometer lang, volgens datzelfde boekje ‘geliefd bij bikers’ vanwege het mooie karakter van de weg en maar liefst twee toppen.

C. was dan wel een beetje moe van die ‘dubbele Gerlitzer’, maar hij kon de verleiding niet weerstaan en per auto werd dinsdag’s koers gezet naar Ebene Reichenau, niet zo heel ver van Feldkirchen.

En daar gaat ie weer - de NockalmstrasseNabij Unter-Winkl, bij de brug met de veelzeggende naam ‘Teufelsbrücke’, pakte C. zijn fiets en ving de klim aan.

Al snel werd duidelijk dat met ‘bikers’ motorrijders wordt bedoeld en zeker niet onze fietsende held.

Niet dat hij er nou zo veel last van had, maar het is wel jammer om gestoord te worden door motorduivels die de indruk wekken alleen uit te zijn op een zo snel mogelijke race naar boven.

Dat druist toch inderdaad in tegen de aard van deze prachtige weg.

Een glooiend karakter...Wat voor een motorrijder ‘glooiend’ is, is voor een fietser trouwens al snel een – stevige – klim.

Het gemiddelde over de eerste klim (12,2 km) is 7,4% en over de 2e klim (6,8 km) is dat 7,5%.

En op beide trajecten vind je een behoorlijk aantal kuitenbijtende stukjes van 12% gemiddeld…

De tussenliggende afdaling van krap 6,5 kilometer (hoogteverschil bijna 500 meter) werd in nog geen 6 minuten afgelegd – wel netjes was dat zowel auto’s als motorrijders keurig opzij gingen zodra ze je aan zagen komen.

Vervolgens werd vanaf 1.530 meter weer de klim ingezet.

Pas na de 2e klim achterom kijkend zie je gedeeltelijk wat je geklommen en gedaald hebt.

Het is zeker geen Stelvio, maar het ziet er wel mooi uit…

Onderweg is er overigens het nodige te zien – over de hele Nockalm kom je allerlei bezienswaardigheden tegen, maar C. fietste bijna overal stug aan voorbij – hij was immers in training voor de Stelvio, zag het en genoot er wel van…

De Nockalmstrasse in cijfers

Afstand: 25,4 km
(tot 2e top – retour met de auto)
Tijd: 1 uur 50 minuten
HM:  1.416 over 19 km gem. 7,5% (max. 18%)

Het profiel

De Gerlitzen

De Gerlizen Alpenstrasse, 12 kilometer lang...In 2007 zat C. tijdens een excursie naar de Gerlitzen nog mokkend in de auto (“had ik dat geweten!”) iedere bikkel die wel op de fiets omhoog klom toe te juichen.

Volgens climbbybike.com gaat de Gerlitzen, ofwel de Alpenstrasse vanuit Bodensdorf / Tschöran, over 12 kilometer stief omhoog van 540 naar 1.764 meter, een gemiddelde van ruim 10%.

Echt heel erg steil wordt het daarbij niet; de 15% wordt volgens de grafiek niet gehaald, maar daarbij gaat het om gemiddelden per kilometer; de combinatie van de afstand en dat gemiddelde maakt dat het best een (heel) pittige klim mag worden genoemd…

Dus werd er dit jaar – wederom in de marge van het mahjongtoernooi – een beklimming van de Gerlitzen gepland.

En zelfs C. wil niet beweren dat het een makkie was…

Het gaat meteen vanaf ‘meerniveau’ tegen 10% omhoog, dus je moet je óf even warm rijden langs de boorden van dat meer, óf je zit vlot in je zone…

Volgens de grafiek zit er een klein ‘dipje’ in de opgaande lijn; dat is dan de 200 – 300 meter bij de ‘Mautstelle’, maar verder is het van het niveau Keutenberg (en dan wel het onderste stuk).

Rustpunten zijn er niet: zelfs de meeste buitenbochten zijn steil.

Maar goed – na 1 uur en bijna 10 minuten was hij boven, althans voor zover als de Alpenstrasse voert (1.764m).

Inmiddels had hij uitgevonden dat je via de Gipfelstrasse – en die heet natuurlijk niet voor niks zo – wel degelijk ook echt de top van de Gerlitzen (1.911m) bereiken kunt.

Dus werd per auto de afdaling ingezet en werd om de Gerlitzen heen gereden, naar het aan de andere zijde liggende Arriach.

Hij krijgt er geen genoeg van - de andere kant van de Gerlitzen, de Gipfelstrasse...Alwaar die gek opnieuw aan het klimmen sloeg – je kunt het natuurlijk ook overdrijven…

Na een kilometer of 5 begon deze klim nog helser dan die via de Alpenstrasse te lijken, maar het vermoeden rees dat zulks wel te maken zou hebben met een gebrek aan energierijk voedsel.

Voor een uurtje klimmen neem je weinig mee. Zeg maar niks, want zo onervaren was onze held nog wel, dus de brandstof was langzaam maar heel zeker opgeraakt…

Afijn, ‘met de tong op de schoenen’ kwam hij ook over de laatste (steile) kilometer grindweg en werd uiteindelijk na 1 uur en 15 minuten (over nog geen 11 kilometer) de top bereikt.

Daar werd rap een bordje spaghetti genuttigd, met apfelstrudel toe ook nog eens…

Vervolgens werd de foto gemaakt – hij zag er al weer iets florissanter uit inmiddels – het uitzicht is niet echt geweldig vanaf de top, maar onderweg werden toch mooie plaatjes geschoten en zelfs gefilmd (door T. natuurlijk).

De Gerlitzen van Cyclopaat in cijfers:

Alpenstrasse:
12,35 km
gem. 10,1%
max. 20%
HM: 1.240

Gipfelstrasse:
10,65 km
gem. 9,6%
max. 18%
HM: 1.052

Achenpass – Wallbergstrasse

De Achenpass - niet erg boeiend...Omdat ze niet ’te laat’ terug waren in Bad Wiessee, ondanks de trip naar Valepp, kon C. zich natuurlijk weer niet inhouden en moest en zou nog ‘een stukkie fietsen’.

Niet zo inspannend, gewoon om de spieren soepel te houden voor het echte werk.

Hij besloot de Achenpass (info) route te nemen – die was zeker niet uitdagend te noemen (een hoogteverschil van 200 meter) en volgens de beschikbare info geschikt voor de racefiets.

Via Rottach-Egern en Kreuth ging de weg langzaam omhoog richting de pas. Ook hier bleek de ‘geplande’ route te veel stukken grindpad te bevatten om echt met de racer te kunnen nemen, dus werd de provinciale weg gevolgd.

Na een derhalve niet erg boeiend ritje van pakweg 21 kilometer werd het hoogste punt al snel bereikt – de weg terug was al even eentonig en toen C. nabij Rottach-Egern de bordjes Wallbergbahn zag staan – waar ze eerder die dag dus al waren geweest – ging hij rechtsom.

T. werd gebeld dat het ietsje later werd, omdat de Wallbergstrasse (info) lonkte…

Afgelopen...En dat bleek een aangenaam stukje klim te zijn – niet erg steil, mooi geasfalteerd en rustig want het was ook al tegen vijf uur.

Bij de Wallbergmoos op 1.117 meter was het afgelopen – een hoogteverschil van bijna 400 meter op 4,2 kilometer, de lekkerste klim van deze dagen…

Lengte rit: 54,1 km
HM: 649
Max. stijging: 13%

Aueralm Revisited

Nadat met T. als afsluiting van de Tegernsee Runde nog even op een terrasje een versnapering was genuttigd, was C. vastbesloten de Aueralm vandaag wel te overwinnen (zie eerste poging). De kaart werd nog eens goed bestudeerd – wederom tevergeefs zoals later bleek – en hoewel het er al weer dreigend uitzag, vertrok hij toch.

Je ziet op een foto eigenlijk niet hoe idioot steil het is…

Deze keer wel van de goede parkeerplaats, maar na twee richtingaanwijzers alweer op de verkeerde route.

Een bessenplukkende wandelaar werd om raad gevraagd, maar die was ook van mening dat het – via de route die nu voor hem lag – onbegonnen werk was om de Aueralm te beklimmen.

Beter ging hij door naar de Schwarztennalm – ook leuk en maar een klein stukje steil.

Dat kleine stukje bleek dan wederom bijna een kilometer tegen 20 – 25%, maar dat was al niet echt een probleem meer.

Bovenop (1.027 meter) de haast desolate Schwarztenn aangekomen, wist C. het ook niet meer en maakte rechtsomkeert.

Eigenlijk wilde hij dan maar terug naar het hotel, maar bij de laatste richtingaanwijzer (de 1e dus op de heenweg), stopte hij toch nog even om te proberen te achterhalen waarom hij steeds op van die onmogelijke stukken terecht kwam.

Tot zijn stomme verbazing bleek er aan de achterkant van de betreffende boom ook nog een bordje te hangen, met daarop ‘Aueralm über Waxelmoos’ en dat zou hem dan moeten zijn.

Dus besloot hij toch nog maar een poging te wagen…

Bemoedigend toegesproken door afdalende wandelaars, werd de klim ingezet en al gauw werd duidelijk waarom men hem zo vriendelijk sterkte had gewenst.

De meter stond namelijk al weer stijf boven de 20% en er leek geen einde aan te komen.

Toen C. dan toch begon te denken dat dit een alm te ver was, vlakte het zowaar af naar 15%, zodat hij besloot nog even door te rijden.

Mooi uitzicht…

Enkele uitschieters daargelaten, werd de rest van de route omhoog tegen dat – toch niet misselijke maar wel doenlijke – percentage afgelegd.

Erg snel ging het al niet en dat bleef zo, maar de top (1.269 meter) werd gehaald en als dank mocht hij foto’s maken van het dichte wolkendek / de dichte mist ter plaatse.

Daarna volgde een bijna onverantwoord gevaarlijke afdaling langs een andere route, die dus langs het pad bleek te gaan waarover hij zich de dag daarvoor tegenop had proberen te worstelen.

Hij moest regelmatig met z’n volle gewicht achterover gaan hangen om niet over de kop te gaan.

Eigenlijk onbegonnen werk – als afdaling al bijna niet te doen, laat staan dat je daar tegenop klimt (noot achteraf: zeker niet met de 21 achter dus, maar ook niet met een 31)…

Moe maar voldaan bereikte hij weer de veilige haven van het hotel, waar T. bezorgd had zitten wachten omdat het ‘in het dal’ zo geonweerd had.

Dat was hem dan tenminste nog bespaard gebleven deze keer.

Lengte rit: 28,3 km
HM: 1.153 (dagtotaal incl. Rondje Tegernsee)
Max. stijging: 30% zowel omhoog als naar beneden.